– geplaatst in Dorpsblad Langweer, mei 2024 –
Dit is geen column waarin ik goedpraat wat Israël in Gaza aanricht. Ik wil wel vertellen wat er vanuit het Jodendom over vrijheid te leren valt. Want Pasen is achter de rug en april is al bijna halverwege en 4 en 5 mei staan voor de deur als dit Dorpsblad door de bus glijdt. We zijn vrij, maar wat is dat dan?
De afgelopen maanden verzorgde ik een cursus oud-Hebreeuws in Langweer. Vijftien personen meldden zich hiervoor aan. Oud-Hebreeuws is de verre voorloper van de taal die nu in Israël gesproken wordt. Om het te kunnen lezen, moet je eerst allemaal rare lettertekens leren kennen die ook nog eens van rechts naar links gelezen moeten worden. Dat veroorzaakt behoorlijke dyslectie, al weet ik uit ervaring dat dit overgaat. Vanaf de tweede bijeenkomst zijn we stukjes Hebreeuws gaan lezen uit de Tenach. De Tenach is de Joodse ‘Bijbel’, het ‘Oude Testament’ van de christenen. Na drie bijeenkomsten bleken vijf personen nog een tijdje door te willen gaan. Met plezier lezen we zo om de week een uurtje Hebreeuws met elkaar, waarbij ik de betekenis(sen) van elk woord geef en we met elkaar proberen tot een passende vertaling te komen.
Ik laat graag achtergronden zien van oude teksten en ben daarin afgestudeerd. Wij lezen teksten altijd in vertalingen, maar daarin worden altijd keuzes gemaakt waardoor er veel van de oorspronkelijke tekst wegvalt. Het is daarom dat dominees aan de universiteit ook Hebreeuws (en Grieks) moeten hebben gestudeerd.
Dorpsgenoten Hebreeuws leren was voor mij een mooie update voor mijn eigen Hebreeuws. Ik verdiepte me extra in het Jodendom en las de afgelopen weken boeken van de Joodse rabbijn Jonathan Sacks. En daar las ik dat in het Jodendom kinderen al sinds 70 na Christus verplicht naar school moeten. In Nederland werd de leerplicht in 1900 ingevoerd, maar in het Jodendom dus al 1830 jaar eerder. Voor zover ik is er geen ander land/volk dat zo vroeg de leerplicht instelde.
Wat moesten de Joodse kinderen leren? Om te beginnen oud-Hebreeuws om zelf de Tenach te kunnen lezen. Maar daarna vrijheid. Joodse kinderen moesten beseffen dat ze ooit een slavenvolk waren, maar dat ze bevrijd waren uit Egypte. Daarom is het doel van het leven om samen de vrijheid te bewaren!
Vrijheid is in ons denken echter iets geworden waar je vooral recht op meent te hebben:
– Ik ben vrij om te gaan en te staan waar ik wil
– Ik moet kunnen zeggen wat ik wil
– Echte vrijheid wil zeggen dat ik ook het recht hebben om een ander te kwetsen
– Ik moet voor mezelf opkomen, want een ander doet dat niet
– Ik moet vooral genieten van het leven, want ik leef maar even
Volgens de Tenach is wat hierboven staat veel te weinig voor echte vrijheid. Omdat je als Jood ooit bevrijd bent uit het slavenhuis, moet je beseffen dat je zomaar slaaf of slavendrijver worden kan. Vrijheid in Joodse zin is de vrijheid om af te zien van rechten die jij hebt om daarmee de vrijheid van je medemens te vergroten. Vrijheid is dus nooit iets dat alleen voor jou geldt, maar altijd gericht op de hele samenleving. Daarom staat de Tenach vol aanwijzingen om te garanderen dat de vrijheid wordt bewaard.
Leidt mijn gedrag werkelijk tot vrijheid voor mijn medemensen? Alleen die vraag leidt volgens mij tot een samenleving waar vrijheid centraal staat, niet alleen voor individuele mensen, maar voor het hele land. Het is te hopen dat men in Israël die vrijheid weer leert. En ook in Gaza trouwens. En net als wij in ons land en dorp.
Aart Veldhuizen