Mijn kop is lek (augustus 2009 geschreven voor mijn toenmalige Blog: Uiter-Aart)
Vandaag heb ik hem weggebracht. Hij trok het niet meer en het was niet langer vertrouwd. Steeds vaker liet zijn geheugen hem in de steek en dan vooral het korte termijn geheugen. Een ontluisterend proces, vooral bij mensen die het zich nog bewust zijn. Die dat nu juist nog wel weten. Dat ze vroeger meer wisten. Dat het geheugen vroeger beter was. Dat ze achteruitgaan. En dat het onomkeerbaar is.
Op éen van de plekken waar ik werkte, leerde ik een man kennen die zichzelf tijdens gesprekken geregeld op zijn hoofd sloeg en dan vertwijfeld uitriep: “Mijn kop is lek!” Zoiets vergeet je nooit meer. Vóór hem lagen foto’s, een heel boek vol door zijn lieve kinderen verzameld, maar hij herkende de meesten niet meer. Dat hij om de drie minuten mij vroeg wie ik eigenlijk was, is veel minder erg dan dat hij zijn eigen kinderen niet meer herkende. Is er iets dat ontluisterender is? En dat je je dat nog bewust bent ook? Wat is leven soms toch ontzettend hard.
Vandaag heb ik hem dus weggebracht. Niet de man uit de tweede alinea, maar mijn oude computer. Hij had ook geheugenverlies, net als de man. Tenminste, dat meldde hij: “Te weinig RAM-geheugen”. En dan weet je het wel na zes jaar trouwe dienst. Het werd tijd voor een vervanging en het oude beestje werd voorzichtig ontmanteld, data werden overgezet en daarna werd hij weggebracht. Nee, hij sloeg niet op zijn kop, en in zekere zin had hij ook geen lek. Dat is het gekke: hij functioneerde nog even lenig als in zijn jonge jaren, maar het was de omgeving die na zes jaar meer eisen was gaan stellen. En dat tempo kon hij niet aan. Het rusthuis voor oude computers wordt dus zijn plek. Misschien wordt hij netjes ontmanteld en hopelijk worden delen hergebruikt. Ergens op een kinderkamer zou hij misschien nog dienst kunnen doen. Maar dan zonder internet en het geheugenvretende Norton, maar voor wat tekstverwerken en een enkel spelletje. Maar lang kan ook dat niet meer duren en kan ook het laatste spelletje niet meer. Want die spelletjes vragen ook steeds meer van het geheugen.
De oude man wist gaandeweg niets meer. Hij herkende niemand meer en wist niet meer waar hij was. Hij wist niet meer of hij al gegeten of gedronken had. En toch bleef hij overeind, herstelde hij in zekere zin. Bewonderenswaardig. Zeker, er waren nog altijd momenten dat hij vertwijfeld uitriep dat zijn kop lek was. Maar er kwam iets van ruimte. Zijn kinderen kwamen nog altijd, trouwer zelfs dan vroeger. Ze pakten dan het dambord, want hoewel hij zijn kinderen niet meer herkende, niet eens meer beseffen dat hij kinderen had, met dammen kon hij ze nog veel leren. En zo werden de kinderen op het dambord keer op keer nog altijd ingemaakt, want net als vroeger kon niemand met dammen van hem winnen. Lekke kop of niet.
Ave!