Wij hebben een Kerstboomloze jeugd gehad en daar wil ik best over praten. Mijn ouders hadden moeite met de heidense herkomst van de Kerstboom en vooral met het gebruik om er cadeautjes onder te leggen. Ze vinden dat Kerst over veel meer gaat dan alleen maar over gezelligheid en elkaar cadeautjes geven. En daar hebben ze gelijk in. Ook mijn schoonouders hadden geen Kerstboom. “Onze kamer is te klein voor een kerstboom”, zei mijn schoonmoeder altijd als ernaar gevraagd werd. Maar in werkelijkheid was het haar zeer orthodox-christelijke familiekring die een Kerstboom helemaal verkeerd vond. In orthodox-christelijke kringen wordt de Kerstboom als heidens gezien. Historisch bezien klopt dat. De Kerstboom is een restant van een godsdienst die voor de komst van het Christendom vrij algemeen aanvaard was. Tegen het einde van elk kalenderjaar is het namelijk altijd ontzettend spannend. Nog altijd. De zon laat zich dan steeds minder zien. En dat is aan alles te merken. Bomen verliezen hun bladeren en het wordt steeds kouder. Herfstdepressies duiken op, zowel in weerberichten als in mensen. Verdwijnt de zon voorgoed? Gaan die bomen allemaal dood? Komt het ooit nog goed? Tussen al die kale bomen blijft echter één boom groen: de dennenboom. Van die boom kan het donker het niet winnen. En juist daarom legde men in vroeger tijden offers onder dennenbomen. Daar komen onze Kerstcadeautjes vandaan. De offers hielpen, want elke koude winter bleek de zon het toch te winnen en lengden de dagen. In veel culturen vierde men dan de hergeboorte van de zon, ergens eind december. Dus inderdaad, de kerstboom heeft heidense wortels.
Heidens of niet, bij ons thuis staat een Kerstboom, zelfs twaalf maanden per jaar. Buiten de Kersttijd staat ze in vol ornaat op zolder, want wij hebben zo’n kunststof geval en ik ben altijd te lui om haar weer in de doos te stoppen. Als ik ’s zomers op de vliering kom, dan grinnik ik als ik haar daar zo breeduit zie staan en knik ik haar toe. Hoe donker het ook is op de vliering, haar naalden blijven groen, al moeten we haar voor gebruik wel altijd even afstoffen. Begin december komt ze via de vlizotrap op de eerste verdieping en daalt ze verder af. Beneden zetten we haar dan tussen de piano en de eettafel. We behangen haar met lichtjes en met wat verder in de mode is, om wat extra licht te brengen.
Onmisbaar is ze, zeker dit jaar. Want er is zo veel nìet gezellig: die telkens terugkerende Corona met al die beperkingen, crisis in de ziekenhuizen, om van ellende verder weg nog maar te zwijgen. De Kerstboom spreekt tegen alles in een andere taal: dat het goed komt, dat het duister het niet wint, maar dat het licht overwint! Dat staat die Kerstboom bij je thuis dus alsmaar tegen je te vertellen. Ik vind dat je haar op haar groene naalden mag geloven.
Wanneer de Kerstboom weer naar de vliering vertrekt? Van de vroegere pastoor van Sneek, Leo van Ulden, leerde ik ooit: “De kerstboom moet blijven staan tot het octaaf na Epifanie”. Dat klinkt als geheimtaal, maar dat valt mee. Epifanie is het Kerstfeest dat in het Oosten wordt gevierd op 5 en 6 januari met de Wijzen uit het Oosten. Dan is het nog altijd Kerst. Acht dagen (een octaaf) daarna mag de Kerstboom weer naar de vliering vertrekken, dus omstreeks 13 januari. Maar tot die tijd moet ze in de woonkamer blijven staan, om mij erop te wijzen dat alle donkerte en al het gedoe niet het laatste woord heeft.
Gepubliceerd in Dorpsblad Langweer, december 2021