Op mijn 16e was ik voor het eerst in Assisi. Daar leefde van 1182 tot 1226 Franciscus van Assisi. Vanaf dat moment ben ik gefascineerd door Franciscus van Assisi, aan wie wij dierendag te danken hebben en de dieren in de kerststal en wiens naam de huidige Paus heeft aangenomen. In 2014 ging ik per fiets en tentje op bedevaart van Sneek naar Assisi om na een kleine 2500 fietskilometers bij Franciscus van Assisi aan te komen. Afgelopen voorjaar waren we er opnieuw.
Franciscus wijst een andere weg om gelukkig te worden dan door het verwerven van spullen en luxe. Hij werd pas gelukkig toen hij leerde ontvangen en daarvan te delen. Zijn vader was een rijke lakenhandelaar en hij moest zelf ook in de zaak. Franciscus bleek echter niet voor de handel weggelegd te zijn. Hij werd geraakt door de armoede, gaf handelswaar zomaar weg en kwam in conflict met zijn vader. Hij verzette zich tegen de rijkdommen van de kerk en begon een armoedebeweging. Al snel kreeg hij veel volgelingen. Met een aantal van hen woonde hij in de bergen boven Assisi. De grotten waar zij leefden zijn nog altijd te zien, inclusief het altaar vanwaarachter hij volgens overlevering tot de vogeltjes preekte. Ten zuiden van Assisi stond een vervallen kloostertje dat hij opknapte. Het staat er nog altijd. Clara, een van zijn eerste volgelingen (ze ligt opgebaard in een van de andere kerken van Assisi), begon daar een Franciscaanse zustergemeenschap.
De kerk was niet blij met deze beweging van minderbroeders en -zusters. Eerdere bewegingen die de kerk opriepen om haar rijkdom af te leggen, waren als ketterijen weggezet, maar Franciscus kreeg teveel aanhangers. De kerk besloot tot een andere actie: twee jaar na zijn dood verklaarden ze Franciscus heilig en direct werd er begonnen aan de fantastisch kerk in Assisi waarin het leven van hem als stripverhaal op de muren werd afgebeeld. Zo maakte de kerk zijn manier van denken onschadelijk.
Kiezen voor de armoede is niet zomaar aan te bevelen. Zij die arm zijn weten maar al te goed hoe zwaar dat is. Ook ik ben erg gehecht aan de spullen die ik heb. Franciscus wilde zijn manier van leven niet aan anderen opleggen. Door schade en schande leerde hij wel tevreden te zijn van wat hij kreeg. Het werd een weg van dankbaar zijn om wat hem toeviel: de zonnestraal op zijn lijf, de verkwikkende regenbui, fluitende vogels en het besef dat het leven niet bepaald wordt door wat je hebt, maar door wat je ontvangt en delen kunt.
In de afdeling sterke verhalen over Franciscus was er bij Gubbio een gevaarlijke wolf waarvoor men zijn hulp inriep. Hij zou de wolf op hebben gezocht, hem in de ogen hebben gekeken en nieuwe afspraken met de wolf hebben gemaakt. De legende leidt tot de vraag wie de wolf in mij is. Wat is het in mij dat ik belangrijk wil zijn? En wat ben ik bang om kwijt te raken? Waarom eten we ons veel te dik, willen we alsmaar meer en hebben we als mensen de hele wereld toegeƫigend? Waarom de voortdurende ratrace om alsmaar belangrijker te worden? Het is geen wonder dat steeds meer mensen een burn-out krijgen.
Franciscus daagt me uit om terug te gaan naar de kern van het leven. Wat is dat? Dat zal iedereen voor zichzelf moeten uitmaken. Wellicht zul je daarvoor de wolf in jezelf af en toe moeten ontmaskeren. Ik tenminste wel. Zo inspireert deze tegendraadse Franciscus van Assisi me telkens weer om af en toe wat vraagtekens te zetten achter mijn manier van leven en op zoek te gaan naar wat het echte leven is.